Landelijke en maatschappelijke ontwikkelingen
Inleiding
Hieronder gaan we in op ontwikkelingen, waar we als gemeente een beperkte invloed op hebben. Het gaat om beleid, dat vanuit het Rijk wordt geïnitieerd en de uitvoering van wettelijke taken. Daarnaast zien we ook maatschappelijke trends, die gevolgen hebben voor onze gemeente en onze inwoners.
Veiligheid en handhaving (programma 2)
Veiligheid is een belangrijke waarde in onze samenleving. Om die reden zijn in het verleden de Privacywetgeving (AVG) en de Wet Politiegegevens (WPG) in het leven geroepen. Beide wetten vragen, mede n.a.v. uitgevoerde audits, in 2024 extra investering (circa € 80.000 structureel en € 20.000 incidenteel, onvermijdelijk en onuitstelbaar), om de veiligheid van burgers en hoog geclassificeerde politie informatie te borgen.
Door continue aandacht voor verbetering in gegevens stromen, het optimaliseren van de processen en systemen kan dit ook voor de toekomst extra financiële inzet vragen.
Algemene Plaatselijke Verordening (programma 2)
De afgelopen jaren is het taakveld voor de Algemene Plaatselijke verordening (APV) breder geworden en intensiever. Zoals ook elders in het land is het aantal aanvragen structureel gegroeid, vooral op het gebied van evenementenaanvragen. Het aantal vergunningsaanvragen is in 2023 verdubbeld ten opzichte van 2018. Meer aanvragen vraagt ook om meer inzet op het verlenen van de vergunningen, maar ook op de handhaving. Daar tegenover staan natuurlijk ook leges inkomsten, die een deel van de kosten dekken.
Dienstverlening (programma 3)
Het op niveau houden van de dienstverlening vraagt extra inspanningen door uitdagingen op de arbeidsmarkt, uitstroom van kennis en kunde en extra hoge instroom van nieuwe medewerkers. Binnen het proces van uitgifte van Paspoort en Identiteitskaarten komt een aanpassing van de werkwijzen. Deze wordt wettelijk opgelegd en is al aangekondigd. Daarnaast voldoet de
Burgerzaken-applicatie niet meer aan de eisen voor de nieuwe Archiefwet, welke 1 juli 2024 of 1 januari 2025 ingaat. De aanpassing om hieraan wel te kunnen voldoen vraagt aanschaf en implementatie van een aparte module die beheer en vernietiging mogelijk maakt, inclusief vereiste audit-trails. Kosten hiervoor bedragen circa € 25.000 (structureel) en € 20.000 (incidenteel) en zijn gezien de wettelijke verplichting onvermijdelijk.
Omgevingskwaliteit (Programma 4)
Per 1 januari 2024 treden de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) in werking. Als organisatie moeten we de wetten technisch implementeren, klaar zijn voor de wetten en het vliegwiel van de doorontwikkeling op gang hebben. We werken hier gestaag verder aan door. In de raadsinformatiebrief van afgelopen december werd overwogen om in deze kadernota het structureel budget bij te stellen vanaf 2025. Voortschrijdend inzicht leidt ertoe dat wordt voorgesteld om dit door te schuiven naar de kadernota 2025. De reden hiervoor is om meer ervaring op te doen en kennis te krijgen over het structureel benodigde budget.
Door de Omgevingswet komen er extra milieu gerelateerde - en bodemtaken op de gemeente af. Over de exacte omvang en de structurele financiering daarvan is nog geen volledige overeenstemming en daarom is dit nog niet opgenomen in deze Kadernota. Wel houden we rekening met circa € 45.000 structureel kosten om de programma's die onder de omgevingswet opgepakt kunnen worden optimaal te implementeren.
Jeugdzorg (programma 5)
Op 18 april heeft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) een principeakkoord gesloten met het Rijk waarmee de bezuiniging voor de individuele voorzieningen Jeugd van totaal € 385 miljoen bevroren wordt. Dit komt extra ter beschikking voor de jeugdzorg voor 2024 en 2025. Wel blijft de € 1 miljard structurele bezuiniging staan, maar volgens een ingroeipad. De gemeente verwerkt dit budgettair neutraal.
De Stichting Sociale Dorpsteams gaat de komende jaren toewerken naar het landelijke Toekomstscenario Kind- en Gezinsbescherming. Zij blijft betrokken in gezinnen waarbij sprake is van onveiligheid. Hiervoor moeten de dorpsteams voldoende toegerust zijn, qua capaciteit en expertise. Zowel regionaal als lokaal wordt hier projectmatig aan gewerkt. De huidige situatie wordt in kaart gebracht en de nodige randvoorwaarden moeten worden gecreëerd om die in lijn te brengen met de gewenste situatie. De gemeente streeft er naar de financiële effecten budgettair neutraal op te kunnen vangen door een verschuiving van budgetten Jeugdbescherming naar de sociale dorpsteams binnen het programma.
Afschaffen abonnementstarief Wmo (programma 5)
Het Rijk is voornemens om met ingang van 1 januari 2026 de inkomensafhankelijke eigen bijdrage voor Wmo-voorzieningen opnieuw in te voeren. In 2019 is het abonnementstarief Wmo ingevoerd waarbij alle inwoners ongeacht hun inkomen en het aantal uren zorg dat men krijgt een minimale eigen bijdrage moet betalen. De herinvoering van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage kan mogelijk twee gevolgen hebben: minder inwoners doen een aanvraag voor een Wmo-voorziening
en/of de gemeente ontvangt meer eigen bijdrage. Op dit moment zijn de financiële gevolgen van deze beleidsontwikkeling nog niet in te schatten.
Risico’s Zorg en Ondersteuning (programma 5)
Dit programma heeft met name betrekking op de uitvoering van wettelijke taken, die een openeinderegeling betreffen. Hiervoor worden prognoses afgegeven, die in werkelijkheid kunnen afwijken. Met name bij zorg met een verblijfscomponent (jeugdzorg) kunnen enkele zorgtrajecten zeer hoge kosten met zich meebrengen en voor grote afwijkingen zorgen. Dit risico is de eerstkomende jaren bij beschermd wonen minder groot, omdat het rijksbudget in U-16 regio ruim voldoende is om deze risico's op te vangen. Ook de tarieven in de zorg en ondersteuning staan onder druk. Conform landelijke wetgeving zijn gemeenten gehouden reële tarieven aan te houden, die met stijgende prijzen en loonkosten hoger worden.
Onderwijshuisvesting (programma 6)
De gemeente heeft een wettelijke zorgplicht voor onderwijshuisvesting. Dit jaar stelt de gemeente een nieuw integraal huisvestingsplan onderwijs op (IHP). Dit plan zal aansluiten op de huidige herijking van het IHP en ingaan in 2025. Gezien het verouderde scholenbestand in onze gemeente is de verwachting dat in ieder geval in de eerste vier jaar van het IHP (2025 tot 2028) tenminste één school per jaar voor vervangende nieuwbouw of renovatie in aanmerking komt. De keuze om op de gebruikelijke, traditionele wijze deze investeringen te financieren, (2) doordat de gemeente een lening afsluit, heeft gevolgen voor de schuldquote. Op basis van normkosten is het geschatte investeringsvolume per school € 4.050.000. Gezien de huidige ontwikkelingen in de markt en enorme kostenstijgingen in de bouwsector is duidelijk dat de normvergoeding vanuit het Rijk ontoereikend zal zijn. Op basis van ervaringen elders in het land is de verwachting dat de realistische kosten per school eerder rond de € 5.250.000 of hoger zal liggen, wat zorgt voor circa € 65.000 structurele kapitaallasten per school. Dit is een onvermijdelijke ontwikkeling.
(2) https://heuvelrug.notubiz.nl/modules/4/raadsvoorstellen/786458?parent_event=997947
Passende organisatie (programma Overhead)
Het is de verwachting dat de arbeidsmarkt ook in 2024 en 2025 nog onder druk zal blijven staan. Veel organisaties zijn, net als de gemeente, op zoek naar kwalitatief hoogwaardig en vitaal personeel. De gemeente zal alle mogelijkheden om goed gekwalificeerd personeel aan ons te binden moeten benutten om de continue stroom vacatures in te vullen. Wij zien ook een risico op hogere kosten, omdat we (langer) moeten inhuren om de taken wel uitgevoerd te krijgen.
Naast de toegenomen dynamiek - op de arbeidsmarkt, verwachten we de komende jaren eveneens een significante uitstroom van pensioengerechtigden en dus ook nieuwe instroom. Bij het onderdeel Uitvoeringsprogramma van dit hoofdstuk komen wij terug op de passende organisatie.
Informatievoorziening en -veiligheid (programma Overhead)
Aan de overheid worden steeds meer eisen gesteld aan een goede en vooral veilige informatievoorziening.
In 2023 wordt de implementatie van het nieuwe zaaksysteem afgerond. Voor de doorontwikkeling van het digitaal opslaan, bewaren en terugvinden van stukken ten behoeve van de gemeentelijke (digitale) dienstverlening, is vanaf 2024 financiële ontwikkelruimte nodig. Met name de processen van subsidies en vergunningen kunnen zonder doorontwikkeling niet goed worden ondersteund. Zonder doorontwikkeling loopt de gemeente het risico dat door ontbrekend gebruikersgemak, processen onnodig ingewikkeld en foutgevoelig blijven en de verbetering van de digitale dienstverlening stil komt te staan.
Om aan de eisen van informatieveiligheid te voldoen, is de verwachting dat capaciteit (ISO) nodig is om de acties die bij de gemeente uitgevoerd moeten worden om aan o.a. verplichte eisen omtrent BIO, ENSIA ed. te voldoen. Het is nog niet bekend of deze formatie lokaal dan wel regionaal geworven gaat worden en wat de gevolgen voor de gemeente zijn.
De gemeente gaat dit jaar kijken naar eventuele aanpassing in behandeling van de Woo-verzoeken. Uitkomst kan zijn dat we vaker een beroep willen kunnen doen op ondersteuning bij grote verzoeken. Dit kan een verhoging van budget tot gevolg hebben.