1. Inleiding
Het voorspellen van de (nabije) toekomst blijkt steeds lastiger in onze snel veranderende maatschappij. Mede daarom hebben wij ervoor gekozen een kadernota nieuwe stijl te maken. Er is nog veel onzekerheid, maar we hechten er waarde aan te benoemen wat wij op ons af zien komen. Op het moment van het uitbrengen van deze kadernota, zijn de effecten van de meicirculaire 2023 van het gemeentefonds (verschenen 31 mei 2023) nog niet doorgerekend. Wij zullen u zo snel mogelijk, nog voor het zomerreces, hiervoor een raadinformatiebrief sturen. Maar ook op de middellange termijn zien wij nog veel variabelen. Over de ontwikkelingen in deze kadernota kunnen wij daarom nog geen besluit nemen. De kadernota is inventariserend van karakter en geeft richting aan het opstellen van de begroting voor 2024 en verder is vooral gericht op nieuw beleid, aanvullend op het uitvoeringsprogramma ‘Groen en Duurzaam Doen! dat u in november 2022 heeft vastgesteld.
Hoewel er nog sprake is van veel onzekerheid, zijn wij blij dat het perspectief voor de korte termijn, voor 2024 en 2025, gunstiger is dan voorgaande jaren. Het perspectief op de middellange termijn, voor 2026 en 2027, is echter niet goed en we verwachten daarbij grote tekorten, die met name worden veroorzaakt door externe invloeden aan de inkomstenkant. Wij verwijzen u daarbij naar de ledenbrief van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) van 17 mei 2023, die we als bijlage hierbij hebben gevoegd. Vanaf 2026 is er voor gemeenten structureel zo’n € 3 miljard minder beschikbaar voor het uitvoeren van gemeentelijke taken en biedt het accres vanaf 2027 te weinig vergoeding voor het opvangen van de autonome groei van de zorgtaken. Door het kabinet is echter niet aangegeven op welke beleidsterreinen minder inzet wordt verwacht van gemeenten. Het afgelopen jaar was eerder sprake van het tegenovergestelde: met regelmaat werd een beroep gedaan op de daadkracht en oplossingsgerichtheid van gemeenten om ingewikkelde maatschappelijke problemen aan te pakken. Met andere gemeenten bespreken we deze problematiek op de Algemene Ledenvergadering van de VNG en bekijken we welke acties richting het Rijk noodzakelijk zijn.
In deze kadernota schetsen we een drietal mogelijke scenario’s van het financieel meerjarenperspectief die de organisatie heeft berekend om een gevoel te krijgen van het begrotingssaldo. In deze scenario’s zijn alleen variaties in de factor loon- en prijsontwikkeling meegenomen. Wij volstaan hier enkel met de cijfers, waarbij het begrotingssaldo varieert van € 3,8 mln. (positief scenario 2025) tot - € 6,8 mln. (negatief scenario 2027):
Tabel 1
scenario (afgerond op € 1.000) | ||||
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | |
neutraal | 2.045.000 | 2.558.000 | -3.670.000 | -5.589.000 |
positief | 3.289.000 | 3.794.000 | -2.433.000 | -4.356.000 |
negatief | 802.000 | 1.323.000 | -4.907.000 | -6.821.000 |
Bij deze scenario's moet rekening worden gehouden met de volgende onzekerheden:
- De meicirculaire 2023 van het gemeentefonds is op 31 mei jl. verschenen, maar de berekenede uitkomsten konden niet meer worden meegenomen in deze kadernota.
- Het is onbekend hoe het Rijk denkt om te gaan met de ravijnjaren 2026 en 2027.
- De nieuwe verdeling gemeentefonds is per 2023 ingegaan met een ingroeimodel over de periode 2023-2025. Onduidelijk is nu wat de situatie vanaf 2026 wordt.
- Specifieke Uitkeringen of andere bijdragen van rijkswege verstrekt voor bepaalde doeleinden kunnen worden gebruikt om ruimte te vinden in de eigen begroting.
- De resultaten die het proces “Nieuw voor oud” gaat opleveren.